Nieuwbouw
Vorm en klank
We denken soms wel dat we het tegenwoordig zo goed weten, maar eigenlijk is er sinds Stradivari in de zeventiende eeuw niet veel veranderd. Opmerkelijk is dat we pas in 1970 door wetenschappelijk onderzoek iets zijn gaan begrijpen van klankeigenschappen terwijl de vioolbouwers in de zestiende eeuw al wisten hoe de gulden snede, dus bepaalde verhoudingen, de basis vormde voor muziekinstrumenten. De vioolvorm dateert uit de zestiende eeuw, de barokviool uit de zeventiende en achttiende eeuw. In de renaissance wist men dat bij de bouw van de viool dezelfde proporties golden als die, die je tegenkwam in de natuur, ijskristallen of in de bouw van een schelp. maar bij het bouwen van een snaarinstrument gaat het niet alleen om techniek, materiaalgebruik en kleine finesses in de afwerking, er bestaat, zoals bij elke kunstvorm, ook iets ondefinieerbaars als gevoel.
Zelf gestookte lak
In mijn atelier bouw ik regelmatig nieuwe instrumenten. De meeste tijd gaat naar restauraties, reparaties en onderhoud, maar ik ruim ook tijd in voor het bouwen van nieuwe instrumenten. Sinds mijn studie in Engeland ben ik onafgebroken bezig geweest met het ontwikkelen van mijn eigen lakken, gebaseerd op oud Italiaans recepten met natuurlijke harsen en gommen. Hiermee maak ik soepele en duurzame lakken met heldere en warme kleuren en bij het zien van mijn 25 jaar oude violen, kan ik dan ook erg tevreden zijn: geen craquel� of lak die loslaat. Duurzaamheid en kwaliteit zijn de sleutelwoorden.

In opdracht of voortkomend uit inspiratie opgedaan uit de literatuur of op veilingen of studies in het buitenland
Studie aan diverse Stradivari en Guarneri instrumenten in Parijs. (Antonio Stradivari 1716 "Provigny")


Inspiratie
Het bouwen van instrumenten is het mooiste deel van mijn vak. Toch zou ik de reparaties aan oude instrumenten niet willen missen. Mooie oude instrumenten zijn namelijk een inspiratie voor nieuwe instrumenten. Nieuwbouw en reparatie beïnvloeden elkaar.
De afgelopen 20 jaar heb ik mij voornamelijk bezig gehouden met de technisch/akoestische kant van het vak. Wat is er allemaal van invloed op de klank van het instrument. Een groot aantal factoren, die ook nog eens elkaar allemaal beïnvloeden. Men beweert dat het ideale instrument niet bestaat, maar dat is niet waar. Een jazzviolist die een mooie warme toon produceert en ook boven het geweld van zijn orkest uit kan komen zal erg tevreden zijn zeker als het instrument makkelijk bespeelbaar is, hij heeft zijn ideale instrument. Een violist die kamermuziek speelt is gelukkig met een warme klank die de andere instrumenten niet overstijgt in volume. Al deze factoren zijn te "sturen".
Niet alleen met de vorm van de welving, de spanning van de zangbalk, de hoek van de hals en de keuze van het materiaal, om slechts een paar factoren te noemen, beïnvloeden de klank van het instrument, maar ook de beweegbaarheid of soepelheid van het onder-en bovenblad. Het begrijpen van deze factoren en het toepassen van akoestische wetmatigheden, zorgen ervoor dat ik voor een jazzviolist een jazzviool kan maken en ook voor een kamermuziek ensemble een passend ideaal instrument.













Viool naar Italiaans model 2017
Deze viool heeft ook een enthousiaste eigenaar gevonden




Viool naar Italiaans model 2017




Viool 2016 naar Joseph Guarneri del Gesu





Altviool in voorbereiding
"With a little help from my friend"



Vorm en afwerking
Ik gebruik metalen schrapers voor het glad maken van het uiteindelijke oppervlak. Door de houtvezels te snijden verkrijg ik een groot optisch voordeel in combinatie met het kiezelrijke equisetum. De vorm en afwerking van de welving zijn belangrijke componenten in vioolbouw. Deze zijn belangrijk voor de kwaliteit van de uiteindelijke toon.
Traditioneel worden het voor-en achterblad beklopt om de eigenfrequenties te horen. Tegenwoordig kunnen we deze tonen visualiseren met Chladni patronen. De bladen worden bestrooid met fijn zand waar met een toongenerator het blad in beweging wordt gezet. Een blad waar de juiste eigenfrequentie wordt toegevoegd wordt door het zand verdeeld in regio's die in tegengestelde richting bewegen. Op de grensvlakken blijft het zand liggen. Deze niet bewegende lijnen noemen we nodale lijnen en vormen het Chladni-patroon.
Hedendaagse vioolbouw is veel dank verschuldigd aan Carleen Hutchins. Lees ook het artikel door Joseph Curtin.